Grootoorvos Otocyon megalotis
Een gespecialiseerde insecteneter met oren van wel 14 cm lang.
De grootoorvos leeft in de droge graslanden en savannes van Zuidwest- en Oost-Afrika.
De grootoorvos in vogelvlucht
- eet
- voornamelijk termieten, mestkevers en andere insecten
- komt uit
- Zuidwest- en Oost-Afrika
- uitblinker in
- insecten opsporen en familieleven
Grote oren, grote functie
De grootoorvos dankt zijn naam aan zijn opvallend grote oren, die wel 14 centimeter lang kunnen worden. Die oren helpen hem om af te koelen op warme dagen én om heel goed te horen. Dat is handig, want grootoorvossen eten vooral insecten. Met hun scherpe gehoor horen ze insecten onder de grond bewegen, zodat ze precies weten waar ze moeten graven.
Insectivoor
De grootoorvos is bijzonder onder de hondachtigen: hij leeft bijna volledig van insecten. Zijn favoriete prooi? Termieten en mestkevers. Een grootoorvos eet jaarlijks meer dan een miljoen termieten en speelt daarmee een belangrijke rol in het controleren van de termietenpopulatie. Zijn dichte vacht beschermt hem tegen beten van soldaattermieten. En omdat insecten veel vocht bevatten, hoeft de grootoorvos weinig te drinken.
Samen sterk
Grootoorvossen leven in hechte familiegroepen. Meestal bestaat de groep uit een monogaam paartje en hun jongen van eerdere jaren, die helpen bij het grootbrengen van nieuwe welpen. Opvallend is dat het vooral de mannetjes zijn die voor de jongen zorgen: ze bewaken het hol, houden de kleintjes warm en passen op, terwijl de vrouwtjes op voedseljacht gaan. Binnen de groep wordt veel aan allogrooming gedaan: het verzorgen van elkaars vacht versterkt de sociale banden.