Broedhuis een plek vol verhalen
Het Broedhuis, vroeger bekend als het Verkadehuisje, werd in 1939 gebouwd als onderdeel van de eerste kinderboerderij van Nederland in ARTIS. Dit was mogelijk dankzij een bijdrage van 5000 gulden van de bekende brood- en beschuitfabrikant Verkade.
Begin 20e eeuw begon Verkade met het uitgeven van verzamelalbums, waarin klanten plaatjes konden verzamelen. Veel van deze albums waren gericht op de natuur en stimuleerden de interesse in de flora en fauna.
Van toen tot nu
- oude naam
- Verkadehuisje, 't Polderhuisje
- huidige naam
- Broedhuis
- gebouwd in
- 1939
- ontworpen door
- W.B. Ouëndag (1899-1967)
- toen
- verkoop Verkade-producten, onderdeel kinderboerderij, verkoop poffertjes, broedmachinehuis
- nu
- Broedhuis
De Verkade-albums
Sommige van deze albums werden geschreven door A.F.J. Portielje (1886-1965), een medewerker van ARTIS. Hij schreef onder andere Dierenleven in Artis (1938) en Apen en hoefdieren in Artis (1939). Het laatste album dat hij schreef, Vogels in Artis, werd pas in 1988 uitgegeven, ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van ARTIS. De publicatie was oorspronkelijk gepland voor 1940, maar werd door de Tweede Wereldoorlog uitgesteld. De Verkade-albums leverden een belangrijke bijdrage aan de bekendheid van ARTIS als instituut voor toegankelijke natuureducatie.
De kinderboerderij
In de jaren '30 had ARTIS het zwaar door de economische crisis. Bezoekers bleven weg en de toekomst van de dierentuin was onzeker. Dankzij steun van de gemeente, provincie en particulieren kon ARTIS vernieuwen. De bijdrage van Verkade maakte de bouw van de kinderboerderij mogelijk. Architect Willem Bert Ouëndag (1899-1967), die meerdere gebouwen in ARTIS ontwierp, gaf de kinderboerderij een unieke stijl, geïnspireerd op boerderijen uit de Zaanstreek en Limburg. De kinderboerderij was een groot succes en werd geprezen als een educatieve plek waar kinderen het plattelandsleven konden ontdekken. De pers sprak enthousiast over het landelijke gevoel midden in Amsterdam.
Algemeen Handelsblad schreef op 01-08-1939 over ‘landelijke geneugten in hartje Amsterdam (…) Het is eén weelde van frisch, gezond en blij buitenleven. Een ware pastorale vreugde’.