ARTIS is een bron van leven, groot en klein. Maar alle levensvormen gaan op een dag dood. Hoe gaat ARTIS om met de dood van dieren en planten?

Dieren overlijden in de dierentuin

Soms vindt een dierverzorger een dier dood in het verblijf. Op zo’n moment schieten honderd vragen tegelijk door het hoofd: ‘Wat is de oorzaak? Is er iets aan het dier te zien? Hoe reageren de andere dieren?’ 

Dat dieren een keer overlijden staat vast, maar de doodsoorzaak verschilt. En niet ieder dier leeft even lang. De verzorger van de Aldabra reuzenschildpadden verzorgt een diersoort die een paar honderd jaar oud kan worden. Een Atlasvlinder wordt hooguit een paar weken oud. 

Pathologie

Als een dier dood gaat, moet de dierverzorger snel handelen. Om de doodsoorzaak te achterhalen, wordt het dier overgebracht naar de patholoog voor onderzoek. ARTIS-dierenarts Martine benadrukt het belang hiervan. ‘Door onze dode dieren te laten onderzoeken, krijgen we inzicht in hun gezondheid, waardoor we de dieren beter kunnen verzorgen. Ook levert dit onderzoek kennis op over de soorten zelf.’

Euthanasie

Dieren sterven niet altijd uit zichzelf. Dierverzorgers en dierenartsen houden dagelijks hun gezondheid en welzijn in de gaten. Soms krijgen dieren last van ziektes of aandoeningen. Wanneer de kwaliteit van leven en de kans op verbetering afnemen, kan worden besloten om een dier te euthanaseren.

Dierenarts Martine

‘Zo’n beslissing wordt zorgvuldig genomen. Bij zieke dieren halen we alles uit de kast, maar als de behandeling geen positief resultaat meer oplevert en de kwaliteit van leven is aangetast, dan moet je eerlijk zijn en doen wat het beste is voor het dier. Hiervoor wordt eerst uitgebreid gesproken met alle betrokkenen. Dierenarts, teamleider en dierverzorgers moeten het met elkaar eens zijn. Dat geeft ook steun.’

Rouw bij dieren

Ook dieren moeten omgaan met de dood van een soortgenoot. De vraag is hoe zij dit ervaren. Veel dieren leven in sterke sociale verbanden, zoals familiegroepen of monogame koppels. Van steeds meer diersoorten is wetenschappelijk bewezen dat ze rouwen. Daarom krijgen dieren in de dierentuin na het overlijden van een soortgenoot de tijd om bij het overleden dier te zijn.

De zuidelijke hoornraaf is een vogel die in familiegroepen leeft. Toen in ARTIS een mannetje overleed, hebben de vrouw en hun twee zoons de tijd gekregen om afscheid te nemen. Met hun snavels betastten ze hun dode soortgenoot. Eén van de jongen legde zichzelf plat op de grond en bekeek het kadaver langdurig.

Dood doet leven

Wie denkt dat de dood het einde van het leven betekent, vindt in ARTIS voldoende voorbeelden die het tegendeel bewijzen. ARTIS-hovenier Jan wijst naar een boom die jarenlang in het park leefde, maar nu al een tijd dood is: ‘Dode bomen zijn een bron van leven voor insecten, zwammen en ook vogels. Die broeden nog in dode bomen. Dode bomen zitten dus vol met nieuw leven.'

Bomen recyclen

Sommige bomen worden wel gekapt, maar ook dan wordt gekeken naar een duurzaam vervolg. Bij de roze pelikanen ligt een dode berk, die nu voor hen als ligboom fungeert. Ander dood hout kan nog prima gebruikt worden in dierverblijven, bijvoorbeeld als schuilplaats of zitstok. Zo is in het slingerapenverblijf dankbaar gebruikt gemaakt van dood hout.

Kringloop van het leven

‘De één zijn dood is dan ander zijn brood,’ klinkt het gezegde. Wanneer een dier doodgaat, wordt het door andere dieren in het ecosysteem opgegeten. Grote roofdieren, aaseters, insecten, bacteriën en schimmels vormen een opeenvolgende voedselketen rond het karkas. Veel dieren uit de dierentuin eten ook andere dieren. Zo voert de pinguïnverzorger haring en de reptielenverzorger sprinkhanen en krekels. Ook komt het voor dat dieren uit de dierentuin zelf als voedseldier dienen. Het afgelopen jaar is een overleden Watoessirund aan de leeuwen en vale gieren gevoerd.

Als je deze dieren levend hebt gekend, kan het heftig zijn om te zien. Maar voor carnivoren vormen hun karkassen een verrijking. De smaak en structuur zijn anders dan hun ‘normale’ vlees. Het stimuleert natuurlijk gedrag en het vel en de ingewanden vormen een belangrijke bron van essentiële voedingsstoffen. Daarnaast is het gebruik circulair. Door hergebruik hoeft er minder vlees te worden ingekocht.

De dood vormt een natuurlijk onderdeel van het leven in ARTIS. Behalve het dode dier op te voeren, kan het ook een ook educatief doel dienen. Door het professioneel op te laten zetten, kunnen bezoekers van nu en in de toekomst leren hoe het eruitzag en hoe het voelt. Het leven houdt niet op na de dood.