De fruittuin
Plant en insect kunnen niet zonder elkaar.
De tuin
De zijkant van het Insectarium in ARTIS wordt gesierd door talloze fruitbomen en –struiken. Zo vind je hier pruimen, peren, appels, bosbessen, kruisbessen, kruipbramen, noem maar op. Al deze fruitsoorten hebben één ding gemeen: ze zijn voor bevruchting afhankelijk van bestuivers. Anders zullen ze geen vruchten maken.
Bestuivers
Bestuivers zijn dieren die van bloem naar bloem bewegen en daarmee stuifmeel verplaatsen. De meest bekende bestuivers zijn bijen, maar ook kevers, vlinders en vliegen doen aan bestuiving. En vogels, vleermuizen en slakken dragen ook hun steentje bij. De bestuivers zijn op zoek naar de zoete nectar en stuifmeel in de bloem en raken daarbij meeldraden aan. Het stuifmeel plakt dan aan ze vast. Als ze bij een volgende bloem een stempel aanraken met dit stuifmeel, kan bevruchting plaatsvinden.
Bestuiving in de tuinbouw
Voor een goede fruitoogst is het dus belangrijk om veel bestuivers te hebben. Daarom gebruiken veel boeren honingbijen. Imkers plaatsen de bijenvolken in de gewassen. Maar ook worden hommels steeds vaker ingezet voor bestuiving van serretomaten. Zo kunnen plant en insect elkaar versterken.