page title

Onderzoek naar dierenwelzijn en -gedrag

‘Hoe gaat het met jou? Zit je hier fijn?’ Het lijken eenvoudige vragen, maar hoe stel je ze aan een dier dat niet dezelfde taal spreekt als jij? Door het gedrag van dieren te bestuderen, kom je meer te weten over wat dieren nodig hebben en hoe het met ze gaat. Oftewel, hun welzijn.

In de wetenschap heet dit vakgebied ethologie. Waar dieren in het wild vaak niet lang op één plek blijven, en zeker de sterk bedreigde soorten soms nog maar amper worden waargenomen, kunnen dieren in dierentuinen gemakkelijker van dichtbij worden geobserveerd. Bovendien kan de kennis over het gedrag gecombineerd worden met onderzoek naar fysiologie, veterinaire zorg en genetica. Dit maakt dierentuinen een belangrijke plek voor onderzoek. Zowel voor de dieren ín het park, als ook voor het behoud van hun soortgenoten in het wild.  

Nieuw verblijf voor de goudwanggibbons

Gibbonverblijf_binnenverblijf_artist impression_1920x1080.jpg

Studenten deden gedragsonderzoek naar de goudwanggibbons in hun nieuwe binnenverblijf. Het werd snel duidelijk dat de gibbons het gehele verblijf goed benutten. Daarnaast keken de onderzoekers naar welke gedragingen ze vertonen en voor hoe lang. Opvallend was dat de gibbons in ARTIS-Park elkaar vaker opzoeken (gemiddeld 30 procent) om bijvoorbeeld te rusten, vlooien en spelen dan soortgenoten in het wild (9 procent). De tijd die ze besteden aan het vinden van voedsel is juist iets lager. Logisch, ze hebben makkelijker toegang tot voedsel. Toch is het belangrijk dat dieren zich niet vervelen en zowel fysiek als mentaal worden uitgedaagd. Daarom wordt bijvoorbeeld het voedsel in speciale korfjes aangeboden.  

Samen in één verblijf

algazel-stokstaartje_1400x790.jpg

Dierentuinen ontwerpen steeds vaker verblijven waarin meerdere diersoorten samenleven. Het idee daarachter is dat het een positief effect heeft op het welzijn van de dieren: het zorgt voor een meer complexe omgeving, waardoor het natuurlijke (sociale) gedrag van de dieren wordt gestimuleerd, meerdere zintuigen worden geprikkeld en (cognitieve) uitdagingen worden geboden. Ook wordt het verblijf vaak optimaler benut, evenals de ruimte in het park. Het is daarbij wel belangrijk om in de gaten te houden of de dieren goed met elkaar overweg kunnen. In ARTIS-Park observeren studenten daarom de introductie van één of meerdere diersoorten in een (nieuw) verblijf.

Dierenwelzijn meetbaar maken

De Nederlandse Vereniging voor Dierentuinen (NVD) heeft een Dierenwelzijn Methodiek ontwikkeld. Deze bestaat uit een uitgebreide vragenlijst, waarbij er wordt gekeken naar het gedrag, de fysieke gezondheid, voeding en de omgeving van een dier. De welzijnsbeoordeling wordt gedaan door zowel de verzorgers als een dierenarts, een voedingsdeskundige en een gedragsbioloog. Indien nodig wordt er vervolgens een Dierenwelzijn ActiePlan (DAP) opgesteld.