Tweevingerige luiaard Choloepus didactylus

Een trage boomhanger.

De tweevingerige luiaard leeft in de tropische regenwouden van Zuid-Amerika. Hij brengt bijna zijn hele leven ondersteboven in bomen door, waar hij zich langzaam voortbeweegt en van bladeren leeft.

De tweevingerige luiaard in vogelvlucht

eet
bladeren, vruchten, takjes
komt uit
Zuid-Amerika
uitblinker in
energie besparen

Ondersteboven en langzaam leven

Luiaards doen bijna alles ondersteboven: eten, slapen, bewegen, en zelfs jongen krijgen. Een opvallend kenmerk van de tweevingerige luiaard is zijn vacht, die van buik naar rug groeit in plaats van andersom. Deze trage boomhanger heeft zijn naam te danken aan de twee haakvormige vingers aan elke voorpoot, en drie tenen aan elke achterpoot. Ze staan bekend als de langzaamste dieren op aarde. De tweevingerige luiaard is vooral 's nachts actief en slaapt tot wel 15 uur per dag. Ondanks hun trage bewegingen zijn ze verrassend goede zwemmers, hun gestroomlijnde lichaam maakt het mogelijk om zich gemakkelijk door het water te bewegen.

De status van deze soort op de IUCN Rode Lijst is niet bedreigd.

  • niet bedreigd
  • gevoelig
  • kwetsbaar
  • bedreigd
  • ernstig bedreigd
  • uitgestorven in het wild

Trage stofwisseling

De tweevingerige luiaard leeft van moeilijk verteerbaar voedsel zoals bladeren. De vertering duurt dan ook zo’n maand. Hun stofwisseling is uitzonderlijk traag: 34–56% trager dan bij vergelijkbare zoogdieren. Ook hun lichaamstemperatuur is laag en wisselvallig: tussen de 24 en 33°C. Omdat ze hun lichaamstemperatuur niet constant houden, besparen ze energie.

Algenkringloop

De vacht van de luiaard krijgt een groene tint door algen die erin groeien. Ze leven in bomen maar komen ongeveer één keer per week naar beneden om te poepen. Soms blijft er poep aan hun vacht zitten. Dat trekt motten aan, die daar eitjes leggen. De jonge motten groeien op in de vacht van de luiaard. Ze poepen daar, sterven daar, en vergaan in de vacht. Samen met regenwater en andere resten vormt dat een fijne plek voor bacteriën en algen. Deze algen geven de luiaard niet alleen een groene tint, maar leveren ook essentiële voedingsstoffen die helpen aanvullen wat ze missen in hun dieet van bladeren.