page title

Paasspeurtocht

Dit zijn de antwoorden van de paasspeurtocht.

1. Kip

Omdat de kop van het kuiken een de bovenkant van het ei zit, zal hij op deze plek als eerste het ei openbreken. Hij draait zich daarna rond in het ei en maakt zo een soort kapje van de bovenkant van het ei. Via de bovenkant kan hij daarna uit het ei kruipen. 

2. Chileense flamingo’s

Hebben jullie ook een crèche gevormd zoals Chileense flamingo’s dat doen? Met de kinderen in het midden en de ouders er om heen?

3. Plataan

In de vrucht kunnen wel 500 zaden zitten. Uiteindelijk zullen maar heel weinig zaadjes uitgroeien tot grote bomen.

4. West-Afrikaanse reuzenslak

West-Afrikaanse reuzenslakken zijn net als de meeste slakkensoorten hermafrodiet, man en vrouw tegelijk. Alle slakken kunnen dus eieren leggen. Ze moeten daar natuurlijk wel volwassen voor zijn. 

Weetje nadat de slak uit het ei komt eet hij zijn eischaal op. Deze zit boordevol kalk wat weer gebruikt kan worden voor het huisje.

5. Uilvlinder

De rupsen van de uilvlinder leven op de bladeren van de bananenplant. Na een aantal keer vervellen worden de rupsen bruin, dan gaan ze op de stam zitten. Na 10 weken verpoppen ze, de pop lijkt dan op een dood blad.

6. Hondshaai

Het ei van de hondshaai is langer dan breed. De haai zet de eieren met lange gekrulde draden vast aan de bodem zodat ze niet wegdrijven. Het zijn langwerpige eieren met puntjes op de hoeken waar de draden aan vast zitten. Heb jij dit ook zo getekend?  

Tip: De lege eieren van de hondshaai kun je ook hier in Nederland op het strand vinden. Nu je weet hoe ze eruitzien, kun je ze herkennen!

7. Onechte gaviaal

In het gebied waar de onechte gavialen leven, stromen de rivieren regelmatig over. Daarom maken ze een hoop van bladeren en plantenresten en begraven daar hun eieren in. Deze liggen boven de grond in plaats van in de grond zoals bij veel andere krokodillen. Het goede antwoord is dus: een nesthoop is hoger en dus veiliger bij overstromingen.

8. Grote textorwever

De ingang zit aan de onderkant van het nest. Het ei in de vitrine is licht blauw. De kleur en vlekjes op de eieren zorgen ervoor dat deze vogels hun eigen eieren herkennen. Iedere grote textorwever legt namelijk een iets ander ei dan de andere grote textorwevervrouwtjes.