De tureluur komt voor van West- en Noord-Europa tot West-Siberië. Ze overwinteren in meer Zuidelijke gebieden, zoals Zuid-Azië. Ze leven het liefst in vochtige graslanden, daar is de kans op het vinden van hun favoriete maal het grootst.

Wat eet hij graag?

In de broedtijd eet de Tureluur vooral wormen, insecten en spinnen. Buiten de broedtijd ook mollusken (wadslakjes), kreeftachtigen (vlokreeftjes), ook wel kleine visjes en kikkervisjes.

Broeden onder gras

De tureluur is territoriaal en monogaam, maar paren kunnen dichtbij elkaar broeden. De nesten worden gebouw op de grond, meestal goed verborgen onder gras. Na de paring zorgen het mannetje en het vrouwtje beide voor de kuikens.

Rode lijst

De tureluur daalt in aantallen in Europa. Dit komt door intensivering van de landbouw in combinatie met lage waterpeilen. Door de lage waterstanden verdwijnen bloemen en kruiden, die normaliter insecten aantrekken. Insecten zijn noodzakelijk voor het voeden van kuikens. Ook zullen wormen door lage waterpeilen minder hoog aan de oppervlakte zitten, waardoor ze steeds lastiger te bereiken zijn voor vogels als de tureluur, kievit en grutto. Hoewel de aantallen in Europa dus afnemen, is de soort wereldwijd nog niet bedreigd. In Nederland staat de tureluur wel op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. Deze Rode Lijst bevat soorten die in Nederland bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Deze lijst heeft een belangrijke signaleringsfunctie. De soorten op deze lijst hebben hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld de leefgebieden verbeteren.