In graslanden en bosrijke gebieden van Honduras tot Noord-Argentinië komt de grote miereneter voor.

Wat eet hij graag?

Zijn naam zegt het al; hij eet mieren. Ook termieten, andere insecten, wormen en fruit.

Bizar uiterlijk

De miereneter is een vreemde verschijning. Hij heeft een kleine kop, met kleine ogen en oren en een enorme snuit. Hij heeft geen tanden; zijn voedsel is klein genoeg om direct door te slikken. Om zo snel mogelijk te kunnen eten, is de kop van de miereneter een soort stofzuiger. Hij steekt zijn snuit in mierenhopen, terwijl hij zijn tong snel, tot wel 150 keer per minuut, in en uit zijn bek beweegt. Die tong is bedekt met kleine weerhaakjes en kleverig speeksel, waardoor de insecten blijven hangen. De tong zelf is langer dan de kop en de keel; hij kan hem wel 60 cm uitsteken.

Gulzige eter

De miereneter heeft 30 tot 50 seconden de tijd om uit één nest te eten, want daarna zullen de termieten zich verdedigen met chemische stoffen of pijnlijke beten. Om voldoende voedsel binnen te krijgen, trekt de miereneter van nest tot nest. Het aantal bezochte nesten kan oplopen tot wel 30 nesten per uur. Het mieren- of termietennest wordt niet vernietigd, maar de insecten hebben de kans om het nest te herstellen. De miereneter kan een paar maanden later het nest opnieuw aanvallen.

Vrijwel onzichtbaar

De draagtijd van de grote miereneter bedraagt zes maanden. Na de bevalling klimt het jong op de rug van de moeder. Daar blijft de kleine grote miereneter vrijwel het gehele eerste levensjaar zitten om uit te rusten en te slapen. Op de rug is het jong vrijwel onzichtbaar, omdat de strepen van moeder en jong bijna naadloos in elkaar overlopen.