De degoe komt voor in Chili en leeft daar tussen laag struikgewas.

Wat eet hij graag?

De degoe eet bladeren, bast en zaden van struiken en planten.

Knaagdier

Dit knaagdier is verwant aan de cavia en de chinchilla. De wangtanden van de degoe zijn ‘hypsodont’, wat betekent dat de tanden een hoge kroon hebben en dat deze constant doorgroeien. Door op takjes te knagen slijten de tanden, waardoor deze niet te ver door groeien.

Zelfstandige jongen

Het paarseizoen van de degoe begint eind mei, waarna de jongen geboren worden tussen september en oktober. De jongen worden geboren met een vacht, tanden en geopende ogen. Ze bewegen dan zelfstandig door het nest. In de eerste twee weken na de geboorte zorgen beide ouders voor de jongen. Tot ze 9 maanden oud zijn verblijven de jonge degoes in een sociale groep van alleen mannen of vrouwen, daarna begint het paarseizoen.

Leefwijze

De degoe is dagactief. Vooral ’s ochtends en ’s avonds zijn deze dieren erg actief, klimmen ze op rotsen en graven ze gangenstelsels, die ze regelmatig delen met de Chileense chinchillarat. In deze gangen leggen ze een wintervoorraad aan. Volwassen degoes leven in groepen van één of twee mannen met twee tot vijf verwante vrouwen, die gezamenlijk een territorium aanhouden.