page title

Marie Kelting: de bewoonster van de Pelikanenvijver

ARTIS en haar bewoners zijn al jaren onderwerp van menig kunstenaar. Velen daarvan hebben zich aan ARTIS gebonden en staan als ARTIS-kunstenaar te boek. Eén van hen is Marie Kelting. 

Bewoonster van de pelikanenvijver

Maria (Marie) Kelting werd in 1886 geboren in Amsterdam. Op jonge leeftijd kreeg zij les van August Allebé. Allebé, die van 1880 tot 1906 directeur was aan de Rijksakademie, was vaak te vinden in ARTIS.  Hij nam haar mee en gaf daarmee haar werk de eerste richting. 

Kelting heeft vele jaren dagelijks in ARTIS gewerkt, volgens bronnen ‘leefde ze ongeveer in de pelikanenvijver’. Zij tekende en schilderde ook jarenlang de dieren-informatie bordjes. ‘Kennis van heel de fauna, van onnoemelijk veel diervormen deed ze er op, zoodat ze nu op geheugen werken kan, en op kan roepen uit de groote dierenweelde der natuur, het zoogdier, het insect of den vogel, die zij noodig heeft voor haar compositie van het oogenblik.’

Marie Kelting nam het initiatief tot de tentoonstelling van Kunstwerken betrekking hebbende op het Dier, die in 1916 in ARTIS werd gehouden. Zij ontwierp ook het affiche voor deze tentoonstelling.

In 1921 trad zij in het huwelijk met reptielenverzorger Piet Böhncke.
Böhncke was 32 jaar werkzaam in ARTIS en daarnaast in de leer bij schilder en beeldhouwer Jaap Kaas, ook een gevierd ARTIS-kunstenaar. Na zijn huwelijk met de kunstenares vertrok Böhncke uit de dierentuin en legde zich verder toe op de kunst. 

UITSNEDE Afffiche 1913 Reuzen-Orang oetan in Artis Amsterdam1920x1440.jpg

Affiche Reuzen Orang Oetan in ARTIS, 1913

Eenheid in verscheidenheid

Marie was lid van Arti et Amicitiae, kunstenaarsverenigingen Sint Lucas en De Onafhankelijken. Haar werk hing in 1925 tussen werken van Picasso en Matisse tijdens de 26e expositie van de Onafhankelijken ‘met moderne Franschen’, in het Stedelijk Museum Amsterdam.

In 1923 verhuisde het paar Böhncke-Kelting naar Blaricum, waar Marie zich vooral toelegde op het schilderen van landschappen, bloemen en stillevens.

Weekblad de Kunst recenseerde in september 1915 de Tentoonstelling Schilder- en Beeldhouwkunst in het Stedelijk Museum Amsterdam, waar Marie Kelting samen met A. Gildemeester. A.J. Baucke-Kleine en Georgine Schwartze haar werk exposeerde.  

‘Want al beeldt zij haar vogels ook wel in olieverf, — haar grootste kracht zit in illustratieve
weergave van vogels. Zij zou bij voorbeeld een uitnemend artieste zijn om een groot werk over vogels, visschen en kruipende dieren fraai en uitvoerig met aquarellen en teekeningen te verluchten: in het buitenland zou iemand als Marie Kelting goud verdienen! Hier moet zij zich vergenoegen met het tentoonstellen van schilderijen en aqua's en wachten tot er enkele verkocht worden. Dat is kleinland!’

goeduitsnede flamingo's bij fontein ca1920x1080.jpg

Aquarel Flamingo’s door Marie Kelting, ca 1920.

Wat de recensent al concludeerde is dat Kelting een groot tekenaar en schilder was, maar haar ‘gouden’ succes onder het grote publiek is helaas uitgebleven. 

Bronnen

Elseviers geïllustreerd maandschrift, jaargang 36, 1926; Artis in de kunst,
door Siegfried van Praag. 

De Kunst. Een algemeen geïllustreerd en artistiek weekblad. Jaargang 7, no 398. 11 september 1915.  


Idem, jaargang 18, no 960. 26 juni 1926.

Origine; Kunst en Antiek, jaargang 24 , nummer 2-2016; De kunstenaars van Artis, door Michel Didier.

Algemeen Handelsblad, 13 mei 1916.

Idem, 11 december 1918

rkd.nl