page title

Koraal: een wonderlijke levensvorm

Talloze vissen – groot en klein – zwemmen in een ogenschijnlijke chaos en toch uiterst precies langs elkaar heen. De kleuren spatten er van af en je komt er de meest wonderlijke levensvormen tegen. Marine biologen schatten zelfs dat vier tot vijf procent van alle diersoorten ter wereld bij het koraalrif leeft. Overal waar je kijkt, zie je weer iets anders.

Bij de gedachte aan een koraalrif zal iedereen meteen een prachtige en kleurrijke oase voor ogen hebben. In het ARTIS-Aquarium kun je deze bijzondere wereld in meerdere aquaria bewonderen. Loop voorbij de Amsterdamse gracht en de longvis en aanschouw in de zeven aquaria aan je rechterhand de grootste diversiteit aan koraal in het ARTIS-Aquarium. 

Geen plant

Hoewel het uiterlijk vaak anders doet vermoeden, zijn koralen geen planten. Koraaldieren, zogeheten poliepen, behoren net als kwallen en anemonen tot de neteldieren. Een koraalpoliep is, afhankelijk van de soort, een vrij klein organisme van een aantal millimeter tot hooguit een paar centimeter groot. Koraal, zoals wij mensen dat zien, bestaat uit duizenden of zelfs miljoenen poliepen bij elkaar.

Koralen komen over de hele wereld voor, van de poolzeeën tot de tropische oceanen. Er zijn simpelweg twee typen koraal te onderscheiden; zachte koralen en steenkoralen. Steenkoralen kunnen tezamen een rif vormen, waar zich ook weer zachte koralen op kunnen vestigen. In het ARTIS-Aquarium kun je koralen van heel dichtbij zien. Een mooi voorbeeld is de Pocillopora damicornis. Dit steenkoraal heeft een heleboel vertakkingen en als je goed kijkt kun je de poliepen zien zitten. 

Samenwerken voor voedsel

Steenkoralen hebben veel energie en bouwstoffen nodig om hun zogeheten kalkskelet te vormen en te onderhouden. Deze bouwstoffen haalt het koraal uit zoöplankton. De zee rondom koraalriffen is echter relatief voedselarm. Daarom heeft steenkoraal nog een andere voedselbron nodig. Hiervoor werkt de poliep samen met eencellige algen, die zoöxanthellen worden genoemd. Deze algen zitten in de huid van het koraal en kunnen suikers maken door middel van fotosynthese. Net als planten zetten zij, met behulp van zonlicht, CO2 en water om in zuurstof en koolhydraten, zoals suikers. Het zonlicht moet sterk genoeg zijn voor de fotosynthese, en dus moet het koraal dicht genoeg bij het wateroppervlak blijven. Dit is ook de reden dat je koraalriffen alleen maar vindt in warmere, heldere en ondiepe delen van de oceaan, zoals in de Caraïben en Zuidoost-Azië. Bij de troebele rivieruitmondingen van bijvoorbeeld de Amazone en de Mekong zul je geen rif tegenkomen. 

Voor wat, hoort wat

In ruil voor suikers, krijgen de algen afvalstoffen van de koraalpoliepen. De algen en koraalpoliepen zijn dus afhankelijk van elkaar voor hun voortbestaan. Een mooi voorbeeld van ‘voor wat, hoort wat’ in de natuur, oftewel ‘mutualistische symbiose’. 

Zelfs het dag- en nachtritme van het steenkoraal en de algen zijn binnen deze symbiose perfect op elkaar afgestemd. Omdat de algen zonlicht nodig hebben, zijn zij overdag actief en trekken de koraalpoliepen zich grotendeels terug in hun kalkskelet. Zo kunnen de algen optimaal van het zonlicht gebruik maken. En omdat het zoöplankton, het voedsel van de koraaldieren, juist als het donker is meer aanwezig is rondom het koraalrif, komen de koraalpoliepen ’s nachts ‘tot leven’ en spreiden ze hun tentakels uit om het plankton te vangen. 

In ARTIS hoeven de koralen niet te wachten totdat het donker wordt voordat ze hun slag kunnen slaan. Net als de andere dieren, krijgen ze overdag te eten. De algen en de poliepen doen dan rustig tegelijkertijd hun werk. Door middel van wat droogvoer worden de koraalpoliepen verleid om overdag uit hun kalkskelet te komen en hun tentakels te spreiden, zodat ze daarna kleine kreeftjes (artemia) kunnen vangen.

2Litophyton1920x1080.jpg

Litophyton arboreum, ook wel broccolikoraal genoemd, is een van de zachte koralen in het ARTIS-Aquarium.

Tentakels

Niet alle steenkoralen leven samen met zoöxanthellen. In het ARTIS-Aquarium kun je op verschillende plekken aardbeikoralen (Tubastreae spec.) vinden. Deze koralen zijn goed te herkennen aan hun oranje of gele kleur. De aardbeikoralen vangen met behulp van hun kleine tentakels plankton en andere micro-organismen. Je komt ze daarom vooral tegen in water met veel stroming. Een constante stroming vergroot de kans dat er voedsel voorbij zweeft. 
Zeestromingen kunnen ook zorgen voor een lagere watertemperatuur. In die koudere gebieden tref je eerder zachte koralen zonder zoöxanthellen aan. Maar om ze in het echt te zien, hoef je niet meteen naar de poolzeeën te gaan. Ook in de Oosterschelde in Nederland vind je een zacht koraal, de dodemansduim (Alcyonium digitatum). Eén soort zacht koraal die in het ARTIS-Aquarium te zien is, is Litophyton arboreum, dat vanwege zijn uiterlijk ook wel broccolikoraal wordt genoemd. Dit koraal werkt ook samen met algen. Zachte koralen hebben geen kalkskelet, maar juist een skelet met een vlezige structuur. Wel gebruiken zij calcium om zogeheten kalknaalden te maken die zorgen voor extra stevigheid. 

Gebleekt koraal

Koraal kan niet goed tegen temperatuurschommelingen, wat het erg kwetsbaar maakt voor klimaatverandering. Wanneer het zeewater te warm wordt, bijvoorbeeld door de opwarming van de aarde, stoot koraal de algen af waarmee het zo nauw samenwerkt. Hierdoor krijgen de koraalpoliepen onvoldoende voedsel binnen. Duurt dit te lang, dan sterft het koraal en is alleen het witte kalkskelet nog zichtbaar. Dit wordt ook wel coral bleaching (gebleekt koraal) genoemd.
Maar ook het bouwen van hun kalkskelet en kalknaalden wordt voor gezonde koralen door klimaatverandering lastiger. Het zeewater wordt namelijk ook zuurder, waardoor koralen moeite hebben om kalk te gebruiken - dé cruciale stof voor het bouwen. 

Zonnebrand

De laatste jaren gaat het erg slecht met koraalriffen over de hele wereld. Volgens gegevens van de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is 27 procent van alle koraalsoorten bedreigd. Dit komt deels door natuurlijke bedreigingen zoals grote stormen, maar ook de invloed van de mens op de gezondheid van koraalriffen is groot. De zee en daarmee ook koraalriffen raken vervuild met pesticiden uit de landbouw, afval en verontreiniging. Een gifstof voor koraal die vaak over het hoofd wordt gezien, is zonnebrandcrème afkomstig van toeristen die zwemmen en snorkelen bij koraalriffen. 

Daarnaast verstoort overbevissing het ecosysteem van het koraalrif, al helemaal als er gebruik wordt gemaakt van ankers, sleepnetten en dynamiet bij het rif. Ook kunnen duikers – per ongeluk of opzettelijk, bijvoorbeeld met het doel het te verkopen – het koraal beschadigen. Maar de mens kan het koraal ook beschermen. Over de hele wereld duiken er gelukkig steeds meer initiatieven op om de koraalriffen en hun enorme biodiversiteit te behouden.
 

jong koraal1920x1080.jpg

Afgelopen winter zijn er in ARTIS Pocillopora damicornis geboren. Als larve gaan de poliepen op zoek naar een plek om zich aan te hechten. De larve metamorfoseert vervolgens in een poliep, waarna de poliepen zich gaan klonen. Na een maand is het koraal no