Eerste kuiken voor de gewone jaarvogel in 20 jaar
Volg de ontwikkelingen van deze bijzondere vogel – mei 10, 2016
Begin mei is voor het eerst sinds 20 jaar een ei van de gewone jaarvogel (Rhyticeros undulatus) uitgekomen in ARTIS. In 1996 kroop voor het laatst een kuiken uit het ei.
Volledig ingemetseld
De gewone jaarvogel maakt op een bijzondere manier een nest. Het koppel bouwt een broedplaats in een holle boom waarbij de vrouw volledig wordt ingemetseld op een kleine spleet na. Het mannetje voert tijdens het broeden het vrouwtje door dit gaatje. Als er een kuiken is, verdubbelt de taak van de man om eten te brengen. Na ruim drie maanden breken moeder en jong uit het nest. Het duurt dus nog even voordat het kuiken rondvliegt in het Vogelhuis. Tot die tijd kan het publiek de ontwikkelingen van de gewone jaarvogel via een camera in het nest volgen op een scherm bij het verblijf.
Net uit het ei
Het mannetje voert het vrouwtje een sprinkhaan, waarmee zij het kuiken voert. Als je goed kijkt zie je het kuikensnaveltje.
Ruim vier weken
Het kuiken is flink gegroeid. Ruim vier weken oud en groot genoeg om nu ook rechtstreeks door de vader gevoerd te kunnen worden. Nog steeds staan er voornamelijk sprinkhanen en verschillende soorten larven op het menu, want dierlijke eiwitten zijn wat jonge vogels nodig hebben voor de groei en ontwikkeling. Volwassen jaarvogels eten daarentegen voornamelijk fruit. De pennen waarmee het jong over zo’n twee maanden kan vliegen, zijn al te zien op de vleugels en staart. In de komende weken wordt de kale roze huid bedekt met een volledig verenkleed.
Uitgebroken
2 augustus is het kuiken uitgevlogen in het Vogelhuis. De vogels hebben zichzelf met hun snavels uit het dichtgemetselde gat getikt, waarna het kuiken voor het eerst de vleugels heeft uitgeslagen. Het jaarvogelkuiken heeft inmiddels de grootte en het dieet van een volwassen jaarvogel, maar is ondanks zijn formaat nog niet volgroeid of zelfstandig. Zo blijft de jonge vogel na het verlaten van het nest nog enkele maanden bij de ouders.
Gewone jaarvogel
Ondanks zijn naam heeft de gewone jaarvogel opvallende kenmerken. Het mannetje heeft een prominente gele keelzak, het vrouwtje een blauwe. De vogel is van kop tot staart zo’n meter lang en heeft een opmerkelijke hoorn bovenop de enorme snavel. De jaarvogel leeft in de bossen in Azië. Een ander bijzonder fenomeen is de koppelvorming bij deze vogelsoort, omdat het vrouwtje een betrouwbare man zoekt. Zij test de man uit door het teruggeven van voedsel. De bedoeling is dat hij het eten weer aanbiedt. Het kan wel maanden duren voordat ze een betrouwbare en volhardende man heeft gevonden. Het vrouwtje is immers, eenmaal ingemetseld, van de man afhankelijk voor voeding. Met dit kuiken draagt ARTIS bij aan het Europese fokprogramma van de gewone jaarvogel.
Ingemetseld vrouwtje wordt gevoerd door mannelijke jaarvogel.