De grote koedoe heeft een verspreidingsgebied van Noordoost-Afrika tot in Zuidelijk Afrika. Koedoes leven zeker niet alleen in beschermde natuurgebieden. Ze komen graag in de buurt van dorpen of akkers. De grote koedoe is op de elandantilope en de reuzenelandantilope (Taurotragus) na, de grootste antilopensoort.

Wat eet hij graag?

Hij is een selectieve bladeter. Naast blad eet hij twijgjes, jonge scheuten, kruiden en vruchten. Ondanks dat ze in droge gebieden leven, kunnen ze in tijden van voedselrijkdom langere tijd zonder water.

Spiraalvormige hoorns

Volwassen stieren van de grote koedoe torenen met hun spiraalvormige horens hoog uit boven de meeste andere antilopen. De grote koedoe is na zo’n zes jaar volgroeid en kunnen een schouderhoogte bereiken van 160 cm. De volwassen stieren hebben geen last van de omvang van hun horens. Als ze door laag geboomte of struikgewas lopen, gooien ze de kop naar achteren en kunnen ze zich met hoorns en wel makkelijk voortbewegen.

Vrijgezellengroepen

Koedoes zijn sociale dieren die voorkomen in groepen tot 25 vrouwtjes met hun jongen. De veel grotere mannetjes leven apart in zogenoemde vrijgezellengroepen. Alleen tijdens het paarseizoen voegen de mannetjes zich bij de vrouwenkuddes. In die tijd zwellen hun nekken op om hun uitpuilende spieren goed te laten zien. Meestal bedreigen ze alleen hun rivalen, maar soms vechten ze en kunnen hun gedraaide horens in elkaar verstrikken.

Kleine koedoe

De kleine koedoe (Tragelaphus imberbis) lijkt als twee druppels water op de grote koedoe maar is een flinke slag kleiner. Hij leeft van Noordoost-Afrika tot in Tanzania.
 

Is geadopteerd door: