page title

Soortbehoudsprogramma's

In een soortbehoudprogramma zorgen dierentuinen gezamenlijk voor een (genetisch) gezonde populatie van een kwetsbare of bedreigde diersoort buiten het oorspronkelijke leefgebied. Het behoud van diersoorten, die in het wild steeds vaker met uitsterven worden bedreigd, staat hierbij op nummer één. 

Een internationale puzzel

Tot de jaren ‘70 van de vorige eeuw was het normaal dat dieren uit het wild werden gehaald, ook voor dierentuinen. Naarmate steeds meer dieren bedreigd werden in het wild, kwam het besef dat dit niet langer kan. Dierentuinen in Europa, en soms daarbuiten, wisselen sindsdien dieren onderling uit in het belang van de (genetische) gezondheid van de algehele populatie. Deze uitwisseling vindt altijd plaats met een gesloten beurs. Dieren worden onderling niet verkocht of gekocht.

Alleen door samenwerking kan ARTIS samen met andere dierentuinen op grotere schaal zorgen voor gezonde reservepopulaties. Daarmee kunnen ze ook een belangrijke bijdrage leveren aan het in standhouden van stabiele populaties in het wild. Dat is erg belangrijk, omdat er steeds meer diersoorten in het wild met uitsterven worden bedreigd. Vaak door toedoen van de mens. 

EAZA

De EAZA (European Association of Zoos and Aquaria), ondersteunt de samenwerking tussen Europese dierentuinen en aquaria op het gebied van educatie, onderzoek en soortbehoud. Om toe te treden tot de EAZA, moeten dierentuinen aan strenge eisen voldoen. Binnen deze organisatie worden meer dan vierhonderd soortbehoudprogramma’s op Europees niveau gecoördineerd. De soortbehoudprogramma’s van EAZA noem je ook wel EEP’s, ofwel ex-situ programmes. Het gaat dus om natuurbehoud buiten het natuurlijke leefgebied van het dier. Natuurbehoudsprojecten die in het oorspronkelijke leefgebied plaatsvinden, noem je in-situ programma’s. 

bekijk hier alle EEP's

Om te bepalen of er voor een diersoort een soortbehoudprogramma nodig is, wordt een groep experts ingeschakeld. Zij kijken naar een aantal verschillende zaken, zoals: Is de soort bedreigd? Kan de soort worden gehouden in een dierentuin? En is de soort geschikt als educatieve ambassadeur?

 

None

Soortbehoudprogramma’s in ARTIS

Voormalig ARTIS-directeur Sunier (1927-1953) startte in 1931 als een van de eerste dierentuindirecteuren ter wereld een fokprogramma om te voorkomen dat de wisent zou uitsterven. In de jaren ‘20 waren er namelijk nog slechts 54 wisenten over. Deze leefden in een paar dierentuinen. Dankzij het soortbehoudprogramma lopen er tegenwoordig weer  duizenden wisenten rond in natuurgebieden in heel Europa.

Op dit moment leven er negentig diersoorten in ARTIS die deel uitmaken van een Europees soortbehoudprogramma. Vijf daarvan worden gecoördineerd door ARTIS: die van de kleine kantjil, de Afrikaanse pinguïn, de stierkophaai, de Dianameerkat en de kuifmangabey. De kuifmangabey leeft in GaiaZOO, niet in ARTIS, maar het soortbehoudprogramma wordt dus wel door een ARTIS-medewerker gecoördineerd. 

Wil je weten wat een EEP-coördinator precies doet? Lees dan het interview met Alex Huiberse, EEP-coördinator van de Afrikaanse pinguïns en stierkophaaien.

naar het interview

 

None

Uitzetten in het wild (?)

Soms kunnen dieren ook worden uitgezet in het wild. ARTIS heeft bijvoorbeeld knoflookpadden, Polynesische boomslakken en vale gieren uitgezet. Helaas is in veel gevallen het natuurlijke leefgebied van de dieren niet veilig. Er is tijd nodig om bijvoorbeeld stroperij aan te pakken of een leefgebied te herstellen. Een doel van het soortbehoudprogramma kan dus ook zijn om mensen te leren over de dieren en hun situatie in het wild. Het dier is dan een ambassadeur van de soort, of van een heel leefgebied. Het uitzetten van dieren gaat in samenwerking met natuurbehoudsorganisaties en (lokale) overheden. 

Naast soortbehoudprogramma’s ondersteunt ARTIS wereldwijd ook diverse natuurbehoudsprogramma's om de leefgebieden zo veel mogelijk veilig te stellen. 

bekijk hier alle natuurbehoudsprogramma's