De scheltopusik voelt zich op zijn best op drogere plaatsen zoals zonnige hellingen met muurtjes, struiken of rotspartijen.

Wat eet hij graag?

Kevers, slakken en kleine zoogdieren (zoals muizen).

Voorouders

Deze verwant van de hazelworm lijkt op een slang, maar is een echte hagedis. Hij heeft beweeglijke oogleden en kan zijn staart afwerpen. In zijn skelet zijn de resten van een schouder- en bekkengordel te zien en hij heeft twee heel kleine achterpootstompjes. Zijn voorouders waren dus hagedissen met pootjes.

Verrassingseffect

Ze hebben sterke kaken en forse maaltanden. Zij benaderen hun prooi voorzichtig om hem vervolgens met een plotselinge beweging te grijpen. Hun belangrijkste vijanden zijn roofvogels en vossen.