De netgiraffe leeft op de lichtbegroeide savanne en het grasland van Afrika, ten zuiden van de Sahara.

Wat eet hij graag?

Hij eet bladeren en bloemen van vooral acacia's, maar ook andere bomen en struiken. Zijn blauwzwarte, harde en ruwe tong wordt wel 45 cm lang. Bovendien heeft hij een flexibele dikke bovenlip en een stevig gehemelte. Deze stellen hem in staat de doornige bladeren van de acaciabomen af te ritsen en te vermalen zonder zich te verwonden. De speekselproductie is hoog, zodat hij giftige stoffen uit de acaciabladeren af kan scheiden. Ook eet hij wel eens aarde, rondslingerende botten en vogelnestjes met eieren en al, waarschijnlijk om in zijn mineralenbehoefte te voldoen. Giraffen zijn herkauwers; eens in de zoveel tijd kun je een prop ter grootte van een tennisballetje onder het vel van de hals heen en weer zien bewegen.

Vlekken

Iedere giraffe heeft een uniek vlekkenpatroon. Net zoals de vingerafdruk bij mensen. Er zijn negen ondersoorten van giraffen bekend, waarvan de vlekken allemaal verschillen. De ondersoort in ARTIS is de netgiraffe. Deze is vernoemd naar zijn netvormige vlekken. Bij de mannetjes worden de vlekken donkerder naarmate ze ouder worden.

Hazenslaapje

Als de giraffe slaapt, heeft hij de voorpoten en één achterpoot onder zijn lichaam en de andere zijwaarts gestrekt. De hals blijft omhoog staan. Om de twee uur staat hij op, om te urineren en wat te eten. Hij is ook maar heel kort in een diepe slaap; meestal een paar minuten achtereen. Het kost namelijk tijd om op te staan en dat kan fataal zijn. Als hij dan eens diep slaapt, dan buigt hij zijn hals in een lus naar achteren, en laat zijn kin naast het gestrekte achterbeen op de grond rusten terwijl zijn onderkaak op het dijbeen steunt.
 

Is geadopteerd door: