De ARTIS-vijvers zijn het enige overgebleven teken van de Nieuwe Prinsengracht die, dwars door ARTIS heen, de Amstel via het Entrepotdok met het IJ verbond. Op een oude afbeelding zijn nog duidelijk de wimpels en zeilen te zien van de vele passerende schepen. Voor het jonge ARTIS een crime, want kon men overdag de oevers nog enigszins bewaken, ’s avonds passagierde het scheepsvolk alsnog langs de “schone dreven” van het Genootschap. Ook moest het sierlijke ARTIS-pontje, door een bestuurslid geschonken, steeds opnieuw wachten tot weer zo’n zwaar schip klotsend voorbij was gekomen.

Beelden

Aan de ene zijde van die oversteek lagen vanaf de jaren ’50 twee forse Sphinxen, die op een onbepaald moment verdwenen en pas in 1907 vervangen werden door de twee bronzen Jachthonden van A.N. Caïn, een geschenk van het Genootschapslid P. Langerhuizen. Aan de overkant hielden de eveneens vanaf ongeveer 1850 aanwezige Stroomgoden Maas en Waal de wacht, en dat doen zij nog steeds. Alle vier deze beelden zijn trouwens tot rijksmonument benoemd.

't Veentje

Pas toen de Nieuwe Prinsengracht in 1866 mocht worden afgesloten voor de doorvaart van schepen, ontstonden de sierlijke deels gietijzeren brugjes. Waar architect G.B. Salm de tekeningen al drie jaar voor klaar had liggen (ijzergieterij J. Zimmermann &Zn). Ook die zijn er nog steeds, zij het gehalveerd en ontdaan van de ronde bloembakken die toenmalige vaste ARTIS-tekenaar W. Hekking ir. afbeeldde. Aan de meest noordelijke vijver werd na de bouw van het Reptielenhuis (1911) onder leiding van Inspecteur van de Levende Have A.F.J .Portielje het Vogelpoeltje aangelegd. Ook wel 't Veentje genoemd: een min of meer moerassige oever waar Nederlandse watervogels in vrijheid kunnen nestelen.