De kasuaris leeft een verscholen bestaan in het dichte regenwoud van Nieuw-Guinea, Indonesië en het noordoosten van Australië. Daar loopt hij in zijn territorium over vaste paden. Met de benige helm op zijn kop duwt de helmkasuaris takken en struiken aan de kant als hij zich een weg door het bos baant.

Wat eet hij graag?

De helmkasuaris eet vooral vruchten, maar ook paddenstoelen, insecten en kleine gewervelde dieren. 

Goede zwemmer

Een kasuaris kan wel 50 km per uur rennen en zonder aanloop 1,5 meter hoog springen. Ook water is geen belemmering voor deze vogels, ze kunnen namelijk prima zwemmen. Vliegen kan hij echter niet omdat hij te zwaar is. De kasuaris is na de Afrikaanse struisvogel de zwaarste nog levende vogel ter wereld. Vrouwtjes en mannetjes verschillen duidelijk in grootte en gewicht. De gemiddeld 58 kg zware vrouwtjes zijn bijna twee keer zo zwaar als mannetjes.

Scherpe klauw

Als een kasuaris een situatie niet vertrouwt, vlucht hij meteen het struikgewas in. Toch moet je niet denken dat het een bangerik is. Als je té dichtbij komt zal hij aanvallen en met zijn poten uithalen. Met de scherpe klauw aan zijn binnenste teen kan hij gemakkelijk de buik van een mens openrijten.

Zorgzame vader

Vooral in het broedseizoen moet je oppassen voor de kasuaris. De vogels verdedigen hun kuikens namelijk erg fel. Bij de helmkasuaris broedt niet de hen, maar de haan de eieren uit. Als de hen haar groene eieren gelegd heeft, vertrekt ze, op zoek naar een nieuwe haan. Ieder broedseizoen paart ze met twee of drie verschillende hanen. Na ongeveer 50 tot 60 dagen komen de jongen uit het ei. Ze blijven ongeveer negen maanden in de buurt van hun vader. Dan kiezen ze hun eigen pad.