Spelen in ARTIS door de jaren heen
Rondstruinen door de geschiedenis van speeltuinen.
Sinds 1994 wordt in Nederland elk jaar de buitenspeeldag georganiseerd: een dag waarop het kind buiten de ruimte krijgt. In ARTIS is het elke dag buitenspeeldag! Want naast het verwonderen en spelenderwijs leren over de natuur is er zeker ook ruimte om te spelen in het ARTIS-park.
Vele generaties hebben zich hier uren vermaakt in de speeltuin. Eindeloos glijden, graven als een stokstaartje in de zandbak en stiekem klauteren op de beelden. Onder begeleiding van een helpende hand koesteren velen bezoekers warme herinneringen om op de rug van een dino te hebben gezeten. Een ritueel voor een bezoek aan de dierentuin.
Gezonde buitenlucht
De ontstaansgeschiedenis van speeltuinen en ook die in ARTIS gaat ver terug. Eind 19e eeuw werd de speeltuin bedacht als afleiding voor stadskinderen, die vaak met grote gezinnen in erbarmelijke huizen op elkaar leefden. De speelplaatsen ontstonden vanuit het nieuwe inzicht dat een kind dat vrij in de buitenlucht kon spelen gezonder zou zijn. Daarnaast was het spelen in een afgesloten en gecontroleerde speeltuin veiliger dan op straat.
Groot voorstander van deze gedachte en oprichter van de speeltuinvereniging in Amsterdam was Uilke Jans Klaren (1852-1947). Hij creëerde met name in de volkswijken van de stad een gelegenheid tot het buitenspelen voor alle kinderen.
‘’Niet de jeugd is misdadig, maar de samenleving want zij ontneemt de jeugd alle gelegenheid tot spelen, tot goede lichamelijke ontwikkeling. Geef de jeugd gelegenheid zich lichamelijk te ontwikkelen en dit te doen samengaan met haar geestelijke ontwikkeling, en ‘t zal de jeugd verheffen.’’ - Uilke Jans Klaren, 1899.
Ravotweide
Zodoende werd er in 1898 ook in ARTIS een ‘Kinderspeelplaats’ ingericht. Deze plek bevond zich naast het gebouw de Volharding, wat toen nog een Etnografisch Museum was. Een speeltuin met schommels en glijbanen was het niet. De plaats was vooral bedoeld om de jeugd te laten ravotten. In het 60-jarig jubileumboek van ARTIS werd deze plek als volgt omschreven:
‘’Het spelen der kinderen toch over de geheele oppervlakte van den tuin werd hinderlijk voor de bezoekers en gaf dikwijls aanleiding tot ernstige baldadigheden en tot het plagen van dieren. Thans is het spelen, hardloopen, enz., uitsluitend toegestaan op het hier bedoeld en omschreven terrein.’’
Na afloop van dat intensieve spelen kregen de kinderen een dorstlessend glas melk. Vandaar dat in de nabijheid van de ravotweide, op de plek van het huidige chimpanseeverblijf, een Melkhuisje stond. Daar werd verse melk geschonken, van de aanwezige koe met kalf.
Ook zin om weer eens in ARTIS te spelen en te glijden van de glijbaan? En dan ook nog eens over de nek van een giraffe? Dat kan op het veldje naast het chimpanseeverblijf. Nog steeds op dezelfde plek waar ooit de eerste speelplaats was en waar dus al meer dan 120 jaar kindervoeten rondrennen.