Infraroodfoto's laten invloed vrieskou op dieren zien in ARTIS
Met een infraroodcamera kun je foto’s maken waarop te zien is hoeveel warmte dieren verliezen. Dat is handig, en belangrijk. Zo kan ARTIS namelijk zorgvuldig monitoren hoe het met de dieren gaat. Want de kou van de afgelopen dagen beïnvloedt niet alle dieren op dezelfde manier.
Aangepast aan de kou
De infraroodcamera meet de temperatuur rondom een dier. Hoe hoger deze is, hoe meer warmte het dier op dat moment verliest.
Voor de Hudson Bay wolf is de vrieskou geen probleem. Zijn wintervacht houdt hem goed warm. In vergelijking met zijn soortgenoten, heeft deze wolf kortere poten, kleinere oren en een minder lange snuit. En dat komt goed uit in de kou. Doordat de wolf een kleinere oppervlakte heeft, verliest hij minder warmte.
Ook de lama heeft het niet snel koud. De dikke, wollen vacht van de lama beschermt hem tegen temperatuurwisselingen. De dieren passen hun activiteit, lichaamstemperatuur en energieverbruik aan het seizoen aan. Op die manier kunnen ze het hele jaar door hun energie zo efficiënt mogelijk inzetten.
Deze zwartstaartprairiehond verliest boven de grond veel warmte. Onder de grond heeft hij nog een heel gangenstelsel waar hij kan opwarmen. Naast ventilatieschachten, voedselopslagplaatsen en ruimten waar de dieren slapen, hebben de zwartstaartprairiehonden ook speciale winterkamers, die dieper liggen dan andere kamers.
Binnenblijven
Niet alle dieren zijn goed bestand tegen de kou. De netgiraffe, die voorkomt op de savanne van Afrika, verliest veel warmte met de huidige temperaturen. Net als de Aziatische olifant. Door het grote oppervlakte van de huid, koelen deze diersoorten snel af. En door hun formaat warmen ze langzaam weer op.
Als olifanten met deze temperaturen naar buiten gaan is het erg belangrijk dat de huid droog is, in het bijzonder aan het einde van de staart en bij de randen van de oren. Deze gebieden zullen eerder het risico lopen af te koelen of zelfs te bevriezen.
Veel dieren in ARTIS kunnen zelf kiezen of zij naar buiten gaan, of in het binnenverblijf blijven. Bij deze temperaturen zal je de lama vaak buiten zien lopen, maar de olifant of de giraffe niet. Je ziet ze vaker binnen dan buiten. En daar kun je je als bezoeker dan ook weer even opwarmen.