page title

Groeien buiten de baarmoeder

Bennett wallaby's staan bekend om de jongen die ze in hun buidels met zich meedragen. Als je goed kijkt, kun je een joey uit de natuurlijke draagzak van de moeder te zien steken. 

In en uit de buidel

De voortplanting bij kangoeroes verloopt anders dan bij andere zoogdieren. De jongen verlaten al na een maand de baarmoeder. Buideldieren hebben geen placenta, waarmee het embryo kan worden gevoed. Groei en ontwikkeling van het jong vinden plaats in de buidel.

De groei en ontwikkeling duurt zo’n 7 maanden. Daarna klimt de joey af en toe uit de buidel.

Natuurlijke draagzaak

Bij de geboorte heeft het wallabyjong de grootte van een tuinboon, en weegt niet meer dan één gram. Het is kaal en blind en vindt de weg naar de buidel puur op geur. Alleen de voorpoten zijn redelijk ontwikkeld. Daarmee klimt het na de geboorte meteen omhoog langs de vacht van zijn moeder richting buidel. De joey, zoals Australiërs een jong van een kangoeroe noemen,  is er in ongeveer drie minuten.  In de buidel zoekt het een van de vier tepels op en begint meteen met drinken. De tepel zwelt op, en klemt zich vast in het bekje van de joey. Na 2 maanden zijn de kaken zover ontwikkeld dat de joey in staat is zelf z’n bekje open te doen om de tepel af en toe los te laten. Na zo’n 130 dagen opent het jong de ogen. Met 6 maanden kijkt het voor het eerst naar buiten en vanaf 7 maanden klimt het jong af en toe uit de buidel. Bij de Bennett wallaby verlaat de joey de buidel definitief na ruim 9 maanden.

Tijdens de groei verandert de moedermelk van samenstelling. In de eerste 6 maanden bevat de moedermelk naast vetten en eiwitten ook veel koolhydraten (suikers),  maar de laatste maanden van de buideltijd verdwijnen de koolhydraten vrijwel geheel uit de melk.  Ook als het jong al uit de buidel is, blijft het nog een tijd drinken. Een jonge kangoeroe wordt gezoogd tot op een leeftijd van 12 à 17 maanden. 

None

Op een leeftijd van zes maanden krijg de joey interesse in de wereld buiten de buidel.

Iedere joey zijn eigen melk

Ook in ARTIS hebben de Bennett wallaby’s regelmatig jongen. Een paar dagen nadat de joey zich aan de tepel heeft gehecht, kan moeder alweer paren. Als er bevruchting plaats vindt, ontwikkelt het nieuwe embryo zich gedurende één week. Daarna stokt de ontwikkeling. Pas wanneer het eerste jong de buidel verlaat, gaat het tweede embryo verder met groeien. Als het geboren wordt en de buidel in kruipt, hecht het zich aan een andere tepel dan die van z’n broer of zus. Uit die tepel komt dan weer koolhydraatrijke melk, terwijl het oudere jong uit 'zijn tepel' nog steeds de koolhydraatarme melk blijft drinken. De samenstelling van de melk verschilt dus bij beide tepels, terwijl de interne hormonale toestand van de moeder dezelfde is. Het is nog een raadsel hoe dat precies werkt.