zoek de verschillen
Een tulpenbol?

Een tulpenbol?

Zie jij het verschil tussen een tulpenbol en een krokusknol?

Of een krokusknol?

Of een krokusknol?

Zie jij het verschil tussen een krokusknol en een tulpenbol?

Bol of knol?

Tulpen, krokussen, narcissen, anemoontjes - tijdens de wandeling noemen we die allemaal bloembollen. Toch zijn er verschillen.

Ui of aardappel

Bloembollen zijn kruidachtige planten met een ondergrondse verdikte wortel, óf stengel. Maar komt die narcis of krokus nu uit een bol, of uit een knol? Om het onderscheid tussen bol en knol duidelijk te zien kun je het beste een ui (een bol) naast een aardappel (een knol) leggen en ze beide doormidden snijden.

Bol

Bij de ui, een bol dus, is helemaal geen egaal snijvlak te zien, maar allerlei ringen. De cirkels zijn eigenlijk de ondergrondse bladeren: de rokken of schubben. Daar zit al het reservevoedsel van een bol in opgeslagen. Tussen de rokken zitten bijknoppen, klisters die uitgroeien tot nieuwe bolletjes. In het midden van de bol zit de hoofdknop met daarin het (opgevouwen) plantje.

Perfecte verpakking

De buitenste rokken van de bol zijn vliezig, droog en perkamentachtig. Als je deze nat maakt, loopt het water eraf. Ze vormen een uitstekende bescherming tegen uitdroging, diervraat en verrotting. En daarom kun je bollen zoals uien erg lang bewaren. Voorbeelden van bollen onder de bloembollen zijn sneeuwklokjes, tulpen, hyacinten en narcissen.

None

Tulpen in het ARTIS-Park.

Knol

Een doorgesneden aardappel heeft een egaal oppervlak. Eigenlijk is het een stengel die verdikt is. Die verdikking is een opslagplaats van zetmeel geworden. De schil van de aardappel heeft bruine punten die we ‘ogen’ noemen. Dit zijn de knoppen waaruit een stengel kan groeien. Dat heeft iedereen wel eens gezien wanneer een vergeten aardappel is uitgelopen en een beginnend plantje is geworden. De aardappel is dan deels ‘opgegeten’ en voelt slap aan.

Knollen onder de bloembollen zijn bijvoorbeeld een krokus of anemoon. Ook zij hebben ‘ogen’. Dat zijn de knoppen, die aan de bovenkant zitten. Daaruit kan een stengel groeien of zich een nieuwe knolletje vormen. Naast deze stengelknollen zijn er ook wortelknollen, zoals speenkruid en dahlia’s, die hun reservevoedsel opslaan in wortels.

Krokussen in het ARTIS-Park.